Suzuki : Dossier Autosalon 2019
19 december 2018
Brussels Motor Show 2019
Aan de vooravond van de elektrificatie
Net zoals elk ander oneven jaar hebben we het genoegen u te mogen ontvangen op onze stand op het ‘kleine’ Salon van Brussel. Die stand is opnieuw aangekleed in de kleuren van Tokio, die het publiek vorig jaar zo wist te smaken. Zoals gebruikelijk is deze editie de gelegenheid om terug te blikken op 2018 en te zien wat 2019 in petto heeft.
Doelstellingen overtroffen
Laat ons beginnen bij het begin: 2018 was een goed jaar voor Suzuki. We schrijven dat elk jaar, maar vergeef ons dat we er niet genoeg van krijgen. SUV’s, downsizing, ontdieseling, herwonnen interesse voor kleine en karaktervolle auto’s: ons merk heeft goed geprofiteerd van alle markttrends, die ons hele gamma ten goede kwamen. Volgens de cijfers die we ter beschikking hadden bij het schrijven van dit dossier, namen de verkoopcijfers van Suzuki namelijk toe met 4,6 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2017, en geen enkele van onze modellen viel daarbij uit de boot. Misschien waren we te bescheiden bij het opstellen van onze doelstellingen voor 2018, maar van de Celerio tot de Vitara hebben al onze auto’s op commercieel vlak beter gepresteerd dan we hadden verwacht.
Van alle hogervermelde trends voelden we het grootste effect op onze prestaties door het verlies aan populariteit van de dieselmotor. Tijdens modeljaar 2018 hebben we een overnameactie georganiseerd met zeer gunstige voorwaarden voor oude dieselwagens. Die actie bleek een groot succes en straalde zoals eerder gezegd uit over ons hele gamma.
Dit jaar hebben we bovendien een model gelanceerd dat van drie van deze trends profiteert. 2018 was het jaar van de facelift voor onze Vitara, die per definitie profiteert van de SUV-trend. Bij deze opfrisbeurt hebben we de grote sprong gewaagd om de diesel volledig uit het aanbod te schrappen, zodat u het effect van de ontdieselingstrend ziet. En het is ook gedaan met de laatste atmosferische benzinemotor, want de 1.6 is met pensioen gegaan om plaats te maken voor onze uitstekende (en dat zijn uw woorden, wij herhalen ze gewoon) turbodriecilinder 1.0 BoosterJet. En daarmee zijn we aan de downsizingtrend gekomen.
De 1.6 DDiS-diesel is trouwens niet enkel uit het aanbod van de Vitara verdwenen, maar ook uit heel de rest van het Suzuki-gamma. Hij wordt namelijk ook niet meer aangeboden in de S-Cross, die net zoals de Vitara enkel nog verkrijgbaar is met onze benzinemotoren 1.0 en 1.4 BoosterJet. Daardoor is Suzuki voortaan een ‘diesel free’ automerk.
Sinds een paar jaar zien we bij het publiek een hernieuwde interesse voor ‘pretauto’s’, kleine autootjes die bulken van het karakter, en in die context hebben we de volledig nieuwe Swift Sport gelanceerd. Zoals elke generatie werd hij erg warm ontvangen door de mensen van uw beroepssector, die ook deze keer zijn dynamische kwaliteiten en hoge funfactor loofden, ondanks een vermogen dat zich niet leent tot excessen. Het publiek heeft u gelezen, want de verkoopcijfers van ons nieuwe bommetje zijn zoals verhoopt goed op dreef gekomen. Over de Swift in het algemeen zeiden we vorig jaar nog dat zijn carrière maar langzaam op gang kwam. Een jaar later lijkt de mond-tot-mondreclame zijn werk te doen, want de verkoopcijfers van de Swift zijn in 2018 gevoelig toegenomen.
Het zou tot slot gemakkelijk zijn om weer naar de SUV-tendens te verwijzen wanneer we het hebben over onze jongste nieuwigheid van het jaar, maar we hebben de pretentie om hem eerder onder de authentieke 4x4’s te klasseren. Het gaat dan uiteraard over de nieuwe Suzuki Jimny, en we zijn er zeker van dat u ons gelijk zult geven in onze aanpak. Om heel eerlijk te zijn, zullen we niet snel kunnen uitpakken met de commerciële prestaties van de Jimny, want zijn beschikbaarheid in Europa is bewust beperkt. De Jimny zal onze ‘quota’ dus zeker niet overhoop gooien, maar het staat nu al vast dat hij succesvol wordt en we weten dat elk beschikbaar exemplaar een koper zal vinden. We sluiten af met het volgende: sinds we de nieuwe Jimny in ons perspark hebben, stellen we met veel plezier vast dat hij met even overvloedig als unaniem enthousiasme is onthaald, en daar kunnen we alleen maar gelukkig om zijn. Bedankt dus voor het warme welkom dat u de Jimny hebt gegeven, wat bewijst dat er nog plaats is op de markt voor authenticiteit en eenvoud.
2019, een kantelpunt
In 2019 hebben we weer de ambitie om te groeien. Om dat te bereiken gaan we op twee fronten in de aanval.
Het eerste front is een bij Suzuki welbekende traditie: die van de saloncondities. Dit jaar pakken we opnieuw uit met onze kortingformule “De beste condities van hier tot in Tokio”, die in 2018 een knap succes kende. We hopen dat deze voorwaarden ons andermaal een mooie start van het jaar zullen opleveren.
Daarnaast zullen we onze groei stoelen op een andere markttendens, waar we tot op heden maar in zeer bescheiden mate gebruik van hebben gemaakt: die van de alternatieve aandrijving. Ons enige aanbod op dat vlak is vandaag onze 1.2 DualJet SHVS-motor, onze mild hybrid-oplossing voor de Swift en de Ignis. In 2019 gaan we veel agressiever op dit pad verder.
In de eerste plaats kunnen we u melden dat Suzuki vanaf vandaag een oplossing aanbiedt die nog veel te weinig bekend is bij het grote publiek, ondanks de bewezen economische en ecologische kwaliteiten: cng. Vanaf het Salon van 2019 kunnen klanten een cng-versie bestellen van onze 1.4 BoosterJet, zowel in de S-Cross als in de Vitara.
Tot slot, maar dat is voor iets later, bevestigen we dat Suzuki in de nabije toekomst Full Hybrid- en Plug-In Hybrid-aandrijflijnen zal aanbieden. Voor de ontwikkeling van deze oplossingen is ons merk in zee gegaan met een andere Japanse constructeur die daarin is gespecialiseerd. Vandaag kunnen we nog geen enkele officiële lanceringsdatum bevestigen, maar u mag ervan uitgaan dat deze oplossingen zullen worden aangeboden in de volgende generaties van de S-Cross en de Vitara. Die komen weliswaar niet in 2019 op de markt, maar dit jaar zullen al wel de details worden onthuld.
Ziezo, daarmee weet u alles. Zoals elk jaar rest ons enkel nog u een uitstekend 2019 te wensen en een aangenaam bezoek aan het Salon van Brussel 2019.
____________________________________________________________
Suzuki Swift
Geduld is een schone zaak
Vorig jaar rond deze tijd vertelden we al dat de carrière van onze nieuwe Swift wat langzaam op gang kwam. Bij de meeste constructeurs zou zo’n ‘koude start’ als een slecht teken worden gezien, vaak ook terecht. Maar Suzuki is geen merk zoals een ander.
U weet bijvoorbeeld dat wij geen aanhangers zijn van allerhande reclamebombardementen en dat we niet overdreven veel op dit kanaal berusten om een nieuw product bekendheid te geven. Onze goede reputatie gaat ons merk uiteraard vooraf, maar ons sterkste veroveringswapen blijft mond-tot-mondreclame. In een automobiele context waar SUV’s alles opslokken, is het trouwens niet altijd gemakkelijk voor niet-SUV’s om een plekje te veroveren. Desondanks hebben we het volste vertrouwen in de kwaliteiten van de nieuwe Swift en twijfelden we er niet aan dat hij vroeg of laat tot bloei zou komen.
Een jaar na deze eerste vaststelling is onze voorspelling uitgekomen. Onlangs gingen de verkoopcijfers van de Swift de hoogte in, in die mate dat hij de doelstellingen voor 2018 heeft overtroffen. Het klopt dat we hem een beetje hebben geholpen met een commerciële campagne, zoals we al vertelden in onze inleiding. Deze ‘ontdieselingscampagne’, waarbij we extreem concurrentiële overnamepremies gaven voor oude dieselwagens, lokte veel volk naar onze showrooms. Op die manier kwamen ook zij die nog niet op de hoogte waren, te weten dat er een nieuwe Swift was. Daarna deed de goede reputatie van zijn voorgangers de rest.
4x4
Met een beetje vertraging is de nieuwe Suzuki Swift dus in gang geschoten om het onmiskenbare succes van zijn voorgangers te verlengen. En deze ‘doorstart’ van onze stadsauto gaat gepaard met een andere, ietwat verrassende vaststelling. Terwijl vandaag de meeste SUV’s worden verkocht met tweewielaandrijving, is een vrij groot deel (alle proporties in acht genomen, uiteraard) van de Swifts die we verkopen, voorzien van vierwielaandrijving. Nochtans heeft de Swift 4x4 geen enkel attribuut van het vandaag zo geliefde genre: geen fake spatbordbeschermers, geen verhoogde ophanging, niets van dat alles. Hij ziet er hetzelfde uit als de andere Swift-versies. De Swift 4x4 bewijst gewoon dat als de klant vierwielaandrijving nodig heeft, bijvoorbeeld omdat hij ergens woont waar de winter de wegen regelmatig glad maakt, hij zich niet tot een SUV verplicht voelt op voorwaarde dat hem een alternatief wordt geboden. Daarmee willen we zeker geen afstand nemen van dit type voertuig, waarvan wij al van meet af aan erkende specialisten zijn. We willen enkel onderstrepen dat de neiging naar ‘enkel nog SUV’s’ niet onafwendbaar is.
Swift Sport: pretpakket
Sinds onze jaarlijkse ontmoeting in 2018 is de carrière van de nieuwe Swift Sport begonnen en heeft vooral de pers de gelegenheid gehad om ermee te rijden. En we gaan er geen doekjes om winden: jullie reacties waren gemengd.
Het is duidelijk dat de Swift Sport al een zeker erfgoed heeft opgebouwd en dat vergelijkingen met zijn voorgangers onvermijdelijk zijn. De eerste twee generaties werden unaniem bewierookt voor de prestaties van hun ‘ouderwetse’ atmosferische motoren, maar uiteraard ook voor hun wegligging en hun speelse karakter. Toen in 2018 de nieuwe generatie werd voorgesteld, betreurden de meest veeleisenden onder u – onbegrijpelijk voor niet-ingewijden – de te grote stabiliteit van de nieuwe Swift Sport. Doorgewinterde stuurmanskunstenaars kunnen namelijk de achteras van de auto niet meer zo eenvoudig tot slippertjes verleiden als dat in het verleden het geval was. En daar hebben ze op gehamerd.
We zouden ons daarover kunnen opwinden of ervan wakker liggen. Maar dat is zeker niet het geval. Eigenlijk zien we het als een compliment dat de beste journalisten onze kleine sportieveling verwijten dat hij te goed aan de weg kleeft. Dat is namelijk hoe de markt evolueert. Aan diezelfde journalisten stellen we de volgende vraag: hoeveel kleine sportievelingen hebben vandaag nog die speelse achteras waar u zo aan gehecht bent? Zeer weinig. En hoeveel daarvan in het prijs- en vermogenssegment van de Swift Sport? Geen enkele. De auto voldoet dus aan de normen van zijn segment, of toch op dit erg specifieke punt. Want voor de rest durven we zonder veel omhaal zeggen dat de Swift Sport zijn rivalen overtreft.
Los van deze aan de weg gekleefde achteras, die ieders veiligheid ten goede komt, is het namelijk heel moeilijk om de Swift Sport nog andere gebreken aan te wrijven. Verontschuldig ons als we in herhaling vallen, maar we gaan nogmaals onze troeven opsommen. Zo is er het lage gewicht van de auto, waardoor hij flitsende prestaties kan bieden – zoals een sprint van 0 naar 100 km/u in 7,6 seconden – met een ‘eenvoudige’ 1.4-turbomotor van 140 pk, die per definitie minder kost aan belastingen en verzekeringen. En dan is er nog die motor zelf, met zijn gulle aard die mensen van uw sector al zo vaak hebben benadrukt, en met zijn mussendorst. En op een meer prozaïsch vlak zijn er alle pluspunten die hij met elke Swift deelt, zoals zijn interieur dat ruim genoeg is om de fun met vijf volwassenen te delen, zijn verhouding prijs-kwaliteit en zijn multimediasysteem, dat tot de beste van de automarkt hoort. Dat zijn geen beweringen van onszelf, we nemen gewoon uw woorden over.
Als we de nieuwe Suzuki Swift Sport nog eens zouden moeten voorstellen, dan zouden we zeggen dat hij niet zozeer is ontwikkeld om andere sportieve stadsauto’s te overtreffen, die inzetten op steeds meer vermogen en daar vaak veel geld voor vragen, maar wel om zoveel mogelijk egoïstisch rijplezier te bieden aan enthousiaste bestuurders en bestuursters met het prettige gevoel waar voor hun geld te hebben gekregen. Met die gegevens in het achterhoofd dagen we u uit om echte andere rivalen te vinden op de markt, met of zonder beweeglijk kontje.
________________________________________________________
Suzuki Vitara
Opfrisbeurt
Onze Vitara is al aan de helft van zijn levenscyclus gekomen en onderging daarom in augustus jongstleden de traditionele facelift. Als u die informatie per ongeluk zou hebben gemist, dan sommen we hier graag nog eens alle veranderingen op. En het zijn er heel wat.
Nieuwe look, vanbuiten en vanbinnen
Als u hem gaat bekijken op onze stand, dan zult u allereerst vaststellen dat de Vitara dankzij vrij subtiele en misschien zelfs moeilijk te ontwaren aanpassingen stevig aan uitstraling heeft gewonnen. Een nieuw radiatorrooster met verticale openingen, meer chroom, nieuwe achterlichtblokken met ledlichtsignatuur, een nieuwe beschermplaat onder aan de achterbumper, nieuwe kleuren,… Het is niet veel, maar alle beetje helpen, toch?
Ook in het interieur is de Vitara opgewaardeerd. Die indruk geeft hij dankzij de nieuwe bekleding voor de stoelen en de bovenkant van het dashboard, een dashboarddecoratie met textuur, een nieuw design voor de tellers en het klokje, en een nieuw lcd-kleurenscherm van 4,2 duim tussen de wijzerplaten. We zeiden het eerder al: kleine aanpassingen met grote effecten.
Veiliger
Bij deze opfrisbeurt nam de Vitara ook een paar extra rijhulpsystemen in gebruik. Zo kunnen we de dodehoekwaarschuwing vermelden, naast de actieve spoorassistent, de verkeersbordherkenning, de detectie van dwarsverkeer achteraan of de adaptieve snelheidsregelaar, die in combinatie met de automatische versnellingsbak en de vierwielaandrijving AllGrip bovendien een Stop&Go-functie voor in de files heeft.
Ontdieseld
Op motorvlak beweegt er ook een en ander: de Vitara is niet langer verkrijgbaar met een dieselmotor of een atmosferische benzinemotor. De 1.4 BoosterJet die de Vitara S aandreef, blijft en krijgt het gezelschap van onze uitstekende drukgevoede benzinemotor met drie cilinders, de 1.0 BoosterJet met 110 pk. Qua aandrijving is alles mogelijk, aangezien beide motoren worden aangeboden met een manuele versnellingsbak (vijf verhoudingen met de 1.0 BoosterJet, zes met de 1.4 BoosterJet) of een automaat (zes verhoudingen in beide gevallen) en met twee of vier aangedreven wielen, en elke combinatie van die elementen is mogelijk.
Zoals we tot slot al zeiden in ons introductiehoofdstuk, biedt Suzuki ook een cng-versie aan van de 1.4 BoosterJet, een tegelijk economisch en ecologisch verantwoorde manier om de diesel te vervangen.
Aarzel ondertussen zeker niet om ons te contacteren voor een test met de gefacelifte Vitara, want er is niets mis mee om uzelf een pleziertje te gunnen…
__________________________________________________________________
Suzuki Ignis
Zo zijn er geen twee
In ons hoofdstuk over de Baleno hebt u misschien gelezen dat we hem omschrijven als een model tussen twee segmenten in. Met dat ‘dilemma’ wordt de Suzuki Ignis niet geconfronteerd. Hij heeft zijn eigen segment gecreëerd, waarvan hij vandaag nog steeds de enige vertegenwoordiger is.
Laat ons dit segment omschrijven als de A-cross-overs, die de buitenmaten van een ministadsauto combineren met de algemene proporties en de hoge ophanging van een cross-over. Met dit recept had voor Suzuki nog niemand geëxperimenteerd, maar het is een recept dat een van de fundamenten van het merk vormt en dat het publiek wel lijkt te smaken.
De Ignis geniet sinds zijn lancering naar onze bescheiden mening een mooi commercieel succes, en dat ligt niet alleen aan het feit dat hij geen enkele rivaal te dulden heeft of dat hij een aantrekkelijk segment heeft gecreëerd. Wij denken namelijk dat zelfs als er ooit een rivaal zou opduiken, de Ignis nog steeds de nodige troeven heeft om die het hoofd te bieden.
Allereerst heeft hij zijn look. Hij is mild gespierd, oogt eenvoudig en vrolijk, en pakt uit met een aantal nostalgische stijltrekken die echter perfect bij de tijdsgeest passen. Tegelijk kan de Suzuki Ignis bogen op een echt verleidingspotentieel. Al moeten we toegeven dat ‘verleiding’ zoals we dat verstaan bij een mooi gewelfd Italiaans koetswerk, hier misschien niet het juiste woord is. Laat ons het eerder ‘aaibaarheid’ noemen. De Ignis is sympathiek en geeft de indruk zijn eigenaar te kunnen begeleiden in al zijn fantasieën, of die nu esthetisch zijn, dankzij diverse personalisatieopties, of te maken hebben met een bepaalde levensstijl.
Zo kan de Ignis u bijvoorbeeld bijstaan op diverse soorten terrein. Als u enkel in de stad rijdt, kunt u hem bestellen met twee aangedreven wielen. Woont u in een streek waar de wegen er vaak glad bijliggen of brengen uw hobby’s u soms ver van het asfalt, dan is de Ignis 4x4 voor u gemaakt.
En nu we het toch over de keuzemogelijkheden hebben: de Ignis 4x4 laat u ook kiezen tussen de 1.2-benzineviercilinder of zijn mild hybrid-versie SHVS.
Sympathiek, funky, fun om mee te rijden, licht, levendig, zuinig, personaliseerbaar, hip en zonder concurrentie… Vergeef ons onze hoogmoed, maar we hebben zin om te zeggen dat de Suzuki Ignis een van onze knapste succesnummers van het moment is. En het publiek lijkt ons gelijk te geven, want wat we een jaar geleden over hem zeiden, is nog steeds van toepassing: de Ignis is al een hoeksteen van ons gamma. Quod erat demonstrandum.
________________________________________________________________________
Suzuki Jimny
Erfgenaam van een lange bloedlijn
Dat 2018 voor Suzuki een erg belangrijk jaar was, ligt niet enkel aan de goede verkoopcijfers van het merk. Het komt ook – en we zouden haast zeggen: ‘vooral’ – door een emotionele gebeurtenis die alle werknemers van het bedrijf het voorbije jaar zullen onthouden. Dit jaar werd namelijk gekenmerkt door de lancering van een nieuwe generatie van een model dat ons erg zeer nauw aan het hart ligt: de Jimny.
De lancering van de Jimny, dat is een beetje zoals de doortocht van een komeet: het komt niet elke dag voor. De laatste keer dat dit gebeurde, was twintig jaar geleden. En daarvoor… Neen, we gaan hier niet zomaar eventjes alle lanceringsdata van de vroegere Jimny’s citeren. We vertellen u zijn geschiedenis liever in detail. Naar onze mening, en u zult ons ongetwijfeld gelijk geven, heeft hij een plek verdiend in het pantheon van de legendarische 4x4’s.
Hope
Heel lang geleden zei een in de westerse wereld sterk verspreid cliché dat de Japanse auto-industrie zich beperkte tot het kopiëren van wat de Europeanen en de Amerikanen deden. Dat klopte niet. Of het was misschien een beetje waar… Wij zeggen liever dat de Japanners niet kopieerden, maar miniaturiseerden. Heel vroeg al positioneerden de Japanse autobouwers zich als specialisten in mini-auto’s, en Suzuki vormde daarop geen uitzondering.
In de jaren 40 dook een nieuw type auto op. Het was vrij rudimentair en kon zich in zeer vijandig terrein wagen. De uitvinding kwam uit Amerika en heette Jeep. Er was geen twijfel mogelijk dat de Japanse ‘kopieermachines’ een mini-Jeep zouden uitvinden. En toch gebeurde dat niet. Twintig jaar lang toonde geen enkele constructeur uit Japan interesse voor de formule.
Aan het einde van de jaren 60 was er dan toch een autobouwer die eraan dacht: Hope Motor Company. In 1967 stelde het de HopeStar ON360 voor, een zeer rustiek voertuig met twee zitplaatsen en zonder deuren, dat werd aangedreven door een kleine en luchtgekoelde tweetaktmotor van 359 cc en gebruikmaakte van een zeer robuuste vierwielaandrijving. Suzuki heeft dit concept dus niet uitgevonden, maar zag wel onmiddellijk het potentieel ervan in en deed er alles aan om de rechten erop te verwerven. In 1968 had Hope nog maar een vijftiental van deze auto’s verkocht en stond het zijn rechten af aan Suzuki, dat de flop van zijn concurrent wist om te buigen naar een mooi verhaal.
LJ10
Suzuki paste slechts twee aspecten van het concept aan: het koetswerk en de motor van 21 pk, die werd vervangen door een eigen blok. Dat vertoonde volledig identieke kenmerken, maar onderscheidde zich door zijn vermogen van 25 pk. Dat klinkt misschien lachwekkend, maar het is wél 20 procent meer. Een andere vondst was om het reservewiel achter de bestuurdersstoel te plaatsen eerder dan achter op de auto. Daarmee bleef de totaallengte onder de 3 meter en omdat de motor kleiner was dan 360 cc, paste de Suzuki LJ10 (die in 1970 op de markt kwam – na de Jeep en de Land Rover, maar voor de Mercedes G-Klasse) in de categorie van de Kei Cars, met alle bijhorende fiscale voordelen. Dankzij die eigenschap, en omdat hij de eerste Kei Car voor het terrein was, volgde een onmiddellijk succes. De officiële naam van de auto is dus LJ10, en zelfs wij weten niet waar de naam ‘Jimny’ vandaan is gekomen. Maar hij dook wel op hetzelfde moment op als de LJ10 en dus was een legende geboren.
Wereldveroveraar
In 1972 was daar de LJ20, een upgrade van de LJ10, met een krachtiger motor en de mogelijkheid om het achterwiel achterop te plaatsen, wat twee extra zitplaatsen opleverde. De LJ20 was bovendien de eerste die een versie met het stuur links kreeg en dus op markten buiten Japan verkrijgbaar was.
In de loop der jaren zette de Jimny zijn evolutie verder. Hij evolueerde tot SJ10 en vervolgens SJ20, of LJ50 en LJ80 op sommige markten. Hij kreeg een motor met eerst drie en later vier cilinders, stapte over van lucht- naar waterkoeling en van twee- naar viertakt en groeide geleidelijk tot 800 cc. Maar hij wist vooral steeds meer markten te veroveren, waar hij de naam ‘Suzuki’ bekendheid gaf. Nu begrijpt u waarom ons merk, dat nochtans ooit is begonnen met piepkleine autootjes, overal in de offroadwereld wordt geassocieerd met terreinwagens.
Samourai
De tweede generatie wordt gelanceerd in 1981. Zijn codenaam is SJ30 en in Japan heet hij Jimny, maar zowat overal ter wereld krijgt hij andere namen: Sierra, Potohar (Pakistan), Caribian (Thailand), Holden Drover (Australië), Maruti Gypsy (Indië),… Bij ons krijgt hij een naam die een van de meest populaire ooit wordt op de Europese markt: Suzuki Samourai. Hij is groter, robuuster en beschaafder en is een van de eerste terreinwagens die een vrij jong publiek weet aan te spreken dat niet noodzakelijk geïnteresseerd is in terreinrijden. De Samourai moet echter wel met een reeks obstakels afrekenen, vooral met behoorlijk nadelige Europese douanerechten. De oplossing komt uit Spanje, waar de constructeur Santana de Samourai onder licentie gaat assembleren.
De Samourai is in elk geval het eerste grote verkoopsucces van Suzuki in Europa en hij opent de weg voor onze traditionele modellen, zoals de Swift en de Alto.
Jimny
De derde generatie wordt gelanceerd in 1998, en zo maakt het Europese publiek (eindelijk!) kennis met de naam ‘Jimny’. Hij breekt met zijn voorganger door een veel gezelliger interieur te bieden (u begrijpt wat we bedoelen) evenals een verzorgde afwerking. Ook zijn vormen zijn moderner en zachter, maar stralen nog steeds een eigenschap uit waarvan de Jimny doorheen al zijn generaties nooit afstand heeft genomen: offroadcapaciteiten waarmee hij niet hoeft onder te doen voor grotere modellen.
Achteraf gezien lijkt het erop dat deze generatie van de Jimny de juiste balans lijkt te hebben gevonden tussen robuustheid, een authentiek karakter en comfort. Waar baseren we die conclusie op? Zijn lange levensloop. U weet dat de Jimny III liefst twintig jaar in productie is geweest, de langste carrière ooit voor een Jimny en zelfs een van de langste in de moderne auto-industrie. En elk jaar konden we met plezier in dit dossier herhalen dat we ook zonder de minste publiciteit jaarlijks nog een duizendtal Jimny’s per jaar weten te verkopen, enkel in België. Op Europese schaal is hij nooit onder de grens van de 20.000 exemplaren per jaar gegaan, tenzij dan in 2018, en sindsdien zit hij rond de 10.000 à 15.000 stuks per jaar. De Jimny, dat is ons kleine automobiele wonderkind.
Welkom, kleintje
Vandaag verwelkomen we de vierde generatie van de Jimny, en we gaan ons niet schuldig maken aan superlatieven. Ondanks zijn moderne aspecten, zoals zijn veiligheidsuitrusting of een multimediasysteem die naam waardig, is hij nog steeds rustiek, nog steeds vrij traag naar hedendaagse normen, en biedt hij nog steeds niet het rijcomfort van een SUV of veel binnenruimte. Maar hij is nog altijd authentiek. Een uitstekende terreinwagen met een tronie waar zelfs de grootste knorpotten van moeten glimlachen. Uw enthousiasme telkens wanneer we u zijn sleutels overhandigen, doet ons veel deugd. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het enthousiasme bij het publiek, dat massaal naar de dealers is getrokken om in een recordtempo ons volledige quotum voor 2018 op te kopen. Zoals u al weet, is de beschikbaarheid voor Europa om CO2-redenen en door de lage productie bewust beperkt. Wij vinden dat spijtig en het publiek nog meer. Dat alles bewijst dat we met de Jimny niet gewoon een terreinwagen in ons aanbod hebben. Het is een icoon.
We wensen je een lang leven toe, kleine Jimny.
____________________________________________________________________
Suzuki S-Cross
Indéboulonnable
Maintenant que le Jimny est entré dans une nouvelle génération, le S-Cross a repris le titre de doyen de notre gamme. Lancé en 2013 et renouvelé en 2017, il est évidemment loin d'avoir atteint l'âge canonique qu'avait le précédent Jimny au moment de prendre sa retraite, mais c'est un fait: sa carrière est plus proche de la fin que du début. Et pourtant…
Pourtant, on ne peut pas dire que cette carrière présente des signes d'essoufflement. En 2018, les ventes du S-Cross ont fait preuve d'une belle régularité. Mieux, elles ont carrément dépassé nos prévisions, puisque comme le reste de notre gamme, notre Crossover compact a bien profité de notre campagne commerciale de dédieselisation.
Puisqu'on parle de diesel, nous vous informons si vous ne le savez pas déjà que depuis le printemps dernier, la motorisation diesel 1.6 DDiS n'est plus proposée au catalogue S-Cross. Ce moteur ayant aussi été abandonné par le Vitara à l'occasion de sa mise à jour de juillet 2018, on peut dire aujourd'hui que Suzuki est un constructeur "Diesel free". Nous tenons à souligner que nous n'avons pas fait ce choix pour des raisons prétendument philosophiques, ni à la suite d'une réaction émotionnelle. Vous et nous savons que la campagne de dénigrement visant aujourd'hui ce carburant est quelque peu exagérée. Ce choix a été pour nous purement rationnel. La part du diesel dans nos ventes n'a jamais été particulièrement significative, et tendait à diminuer depuis quelques années. Maintenir au catalogue un moteur de moins en moins populaire, que nous devions en plus acheter à un autre constructeur, n'avait donc plus beaucoup de sens, vous en conviendrez.
Le S-Cross poursuit donc sa carrière avec deux moteurs essence turbo aux qualités largement reconnues: le 3 cylindres 1.0 BoosterJet et le 4 cylindres 1.4 BoosterJet. Deux moteurs seulement, mais plein de possibilités pour le client.
Car Suzuki est en effet l'un des rares constructeurs à autoriser toutes les combinaisons de moteur et de transmission. Qu'il opte pour le 1.0 ou le 1.4, le client peut choisir entre une boîte manuelle (5 rapports avec le 1.0, 6 rapports avec le 1.4) ou une boîte automatique (6 rapports dans tous les cas), ou encore entre 2 ou 4 roues motrices. Et… chaque boîte peut être associée avec n'importe laquelle de ces transmissions. En clair, être obligé de signer pour tel moteur ou telle boîte si on désire un véhicule 4x4, pas de ça chez Suzuki.
Enfin, parce que nous comprenons que certains conducteurs recherchent une solution réellement économique, ou réellement écologique, ou les deux, nous avons récemment développé pour le moteur 1.4 BoosterJet une déclinaison CNG. Le réseau de distribution atteignant enfin un niveau relativement satisfaisant, ce carburant commence à séduire un public de plus en plus nombreux. A notre avis, nous proposons donc une façon très avantageuse de remplacer le diesel.
________________________________________________________________
Suzuki Celerio
Chaque pot a son couvercle
Tranquillement, sans faire de bruit, notre mini-citadine poursuit sa carrière avec une régularité de métronome. La Celerio, c'est la voiture qui nous fait voir le verre à moitié plein: quand on ne suit pas les modes, on n'est pas victimes de ses revirements.
La carrière commerciale de la Celerio n'est donc pas faite de pics et de creux. Elle est stable, et nous l'expliquons par le fait que ceux qui la choisissent ne le font pas forcément sur un coup de cœur, mais sur base d'arguments rationnels. Arguments qui sont toujours les mêmes: le prix, l'économie à l'usage et le sens pratique. Autant de cases que coche la Celerio.
Outre la clientèle sensible aux tendances et qui cède de plus en plus nombreuse au chant d'amour du SUV – ce dont nous nous garderons bien de nous plaindre – il y a une clientèle qui veut du concret. Cette clientèle, il ne faut pas la négliger, et c'est ce que fait la Celerio.
A un tarif d'attaque inférieur à 10.000€ (toutes remises déduites), la Suzuki Celerio offre en effet tout ce dont on a vraiment besoin, à commencer par un rapport encombrement/habitabilité que nous sommes tentés de qualifier d'imbattable. Vous en conviendrez, des voitures capables d'accueillir 254 litres de bagages et 5 adultes de grande taille, sans qu'aucun ne se sente coincé ni aux genoux, ni à la tête, tout cela sur 3,60 mètres de long, donc avec une indiscutable facilité d'usage en ville, il n'y en a pas beaucoup.
Si on ajoute à l'équation un brillant petit moteur 3 cylindres 1.0 litre, qui en donne bien plus que ses 68 ch le laissent espérer, la liste se raccourcit encore. Et si on complète le portrait en parlant des consommations réelles, comptant parmi les moins éloignées de celles annoncées par les anciennes normes NEDC, les concurrentes se font rares. Enfin, si on apporte la touche finale en abordant un comportement routier carrément insoupçonné, on peut se demander si la Celerio ne se retrouve pas seule sur la liste.
Trêve de fanfaronnade, nous savons que la Suzuki Celerio n'est pas une irrésistible séductrice. Pourtant, année après année, elle prouve que comme chaque pot a son couvercle, chaque voiture a une clientèle à qui elle parlera. Ou plutôt non… L'histoire de l'automobile est pleine d'échecs cuisants, de modèles qui n'ont jamais rencontré le public. Et nous sommes d'autant plus fier de notre modeste Celerio, qui ne tombe heureusement pas dans cette catégorie.
_________________________________________________________________
Suzuki Baleno
La Swift des familles?
La Suzuki Baleno semble être relativement inclassable. Et avis aux esprits facétieux: abstenez-vous de lancer des plaisanteries sur son apparence, nous les connaissons déjà toutes.
Ce que nous voulons dire par inclassable, c'est qu'elle est en fait à cheval sur deux segments, celui des citadines et celui des familiales compactes. Et tout cela n'est pas qu'une question de dimensions extérieures. Car en fait, c'est le concept même de la Baleno, délibérément établi par nos ingénieurs, qui veut qu'en effet, elle est un peu des deux.
D'une part, elle est à peine plus longue que notre Swift. En revanche, son habitabilité intérieure, tant au niveau des places assises que du volume du coffre, n'a rien à envier à une "véritable" familiale compacte.
Par ailleurs, la Baleno est largement plus légère qu'une familiale compacte, et offre donc des performances similaires avec des moteurs plus économiques. On peut même dire que dans le domaine des compactes à moteur de moins de 1.6 litres, elle est l'exception qui confirme la règle, puisqu'elle est peut-être bien la seule qui n'affiche pas des consommations décevante dans la vraie vie.
Enfin, ceux d'entre vous qui ont eu la bonne idée d'essayer la Baleno le confirmeront: c'est une voiture alerte, agile, qui sait faire preuve de dynamisme et peut s'avérer très amusantes à conduire.
A y regarder de plus près, la Baleno réunit toutes les qualités d'une autre Suzuki. Agilité, légèreté, économie à l'usage, dynamisme, fun: on reconnait la Swift. Finalement, la Baleno est une Swift. Une Swift avec un grand coffre, une Swift pour toute la famille, pour toutes les missions, du School Run au départ en vacances, en passant par les courses au supermarché.
En gros, on peut dire que la Baleno en offre beaucoup plus qu'une citadine, pour pas grand-chose de plus en matière de dépense ou d'encombrement. Ou alors, on peut dire que la Baleno en offre au-moins autant qu'une familiale compacte, pour beaucoup moins.
Vue comme ça, ne trouvez-vous pas que la Suzuki Baleno prend une autre… dimension?